valproïnezuur bij kinderen

  • Valproïnezuur heeft invloed op het overdragen van informatie via zenuwen in de hersenen. Het wordt gebruikt bij verschillende ziektes.

    Artsen schrijven valproïnezuur voor bij kinderen met:

    • epilepsie;
    • manie;
    • migraine
  • In de bijsluiter kunt u terugvinden dat valproinezuur wordt gebruikt bij:

    • kinderen met epilepsie.

    Valproïnezuur is bij deze ziekte officieel geregistreerd. Registratie betekent dat de fabrikant valproïnezuur bij kinderen uitgebreid heeft onderzocht. Uit het onderzoek van de fabrikant blijkt dat het bij kinderen werkt en veilig is. De overheid heeft vervolgens goedgekeurd dat het medicijn verkrijgbaar is. En dat kinderen het mogen gebruiken.

    Artsen schrijven valproïnezuur soms ook voor bij:

    • kinderen vanaf 12 jaar met manie. Dit is wanneer uw kind te veel energie heeft. En het daardoor bijvoorbeeld niet genoeg slaapt. Dit hoort bij de ziekte bipolaire stoornis.
    • kinderen met 5 jaar met migraine.

    Deze ziekte staat niet voor kinderen in de bijsluiter. Maar ook in dit geval werkt valproïnezuur. Daarom schrijft de kinderpsychiater valproïnezuur soms ook voor bij kinderen met deze ziekte. Dit heet off-label-gebruik.

  • Valproïnezuur heeft invloed op het overdragen van informatie via zenuwen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren.

    • Epilepsie: valproïnezuur helpt aanvallen van epilepsie te voorkomen. Deze aanvallen treden minder vaak op en zijn minder heftig of verdwijnen. Het werkt niet bij iedereen.
    • Manie: valproïnezuur stopt een manische periode. En helpt manische en depressieve periodes te voorkómen bij bipolaire stoornis.
    • Migraine: valproïnezuur maakt de hersenen mogelijk minder gevoelig voor migraine. Het werkt niet bij alle kinderen.
    • Epilepsie: na een aantal weken zal de arts met u en uw kind bekijken of valproïnezuur voldoende werkt.
    • Manie: binnen een paar dagen tot weken zullen de verschijnselen van een manische of depressieve periode minder worden.

  • Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

    Hoe?

    Hieronder leest u hoe uw kind het medicijn het beste kan gebruiken.

    • Capsules: laat uw kind de capsule zonder kauwen innemen met een half glas kraanwater.
      • In plaats van met water kan uw kind sommige capsules ook innemen met ander drinken. Zoals melk, limonade of vruchtensap. Of met zacht eten. Zoals een lepel appelmoes, jam of vruchtenyoghurt. Vraag na bij de apotheker wat de mogelijkheden zijn.
      • Heeft uw kind moeite met het heel doorslikken van een capsule? Bekijk dan het instructiefilmpje 'Slikken van medicijnen'. Hierin kunt u zien hoe uw kind de capsule het beste kan innemen.
      • U mag de capsules openmaken en de korrels aan uw kind geven op een lepel met vla of yoghurt, ook zonder kauwen.
      • Blijft uw kind problemen houden met het innemen van het medicijn? Vraag dan aan de arts of apotheker of er een andere toedieningsvorm is die uw kind gemakkelijker kan innemen.
    • Tabletten: laat uw kind de tablet zonder kauwen innemen met een glas kraanwater. Laat het de tablet niet kapot kauwen.
      • In plaats van met water kan uw kind sommige tabletten ook innemen met ander drinken. Zoals melk, limonade of vruchtensap. Of met zacht eten. Zoals een lepel appelmoes, jam of vruchtenyoghurt. Vraag na bij de apotheker wat de mogelijkheden zijn.
      • Heeft uw kind moeite met het heel doorslikken van een tablet? Bekijk dan het instructiefilmpje 'Slikken van medicijnen'. Hierin kunt u zien hoe uw kind de tablet het beste kan innemen.
      • De tabletten met gereguleerde afgifte ('Chrono') mag u op de breukstreep breken. Uw kind moet de tabletdelen dan wel heel doorslikken. Als uw kind de tablet fijn kauwt of stuk maakt, komt onbedoeld de gehele dosis in één keer vrij uit de tablet. De resten van de tablet komen in de ontlasting. Dit is onschuldig; het medicijn is dan al opgenomen in het lichaam.
      • Blijft uw kind problemen houden met het innemen van het medicijn? Vraag dan aan de arts of apotheker of er een andere toedieningsvorm is die uw kind gemakkelijker kan innemen.
    • Drank: meet de juiste hoeveelheid af in een maatbekertje, maatlepel of doseerspuitje. Laat uw kind dit doorslikken. Laat het nog een beetje kraanwater of limonade nadrinken.
    • Korrels (granulaat): strooi de korrels op een lepel zacht voedsel (yoghurt, appelmoes) of drank (vruchtensap). Zorg ervoor dat het voedsel of de drank niet warm zijn, want dat maakt het medicijn onwerkzaam. Laat uw kind de korrels zonder kauwen innemen. Geef erna een beetje kraanwater.
    • Zetpillen: breng de zetpil in het poepgat (anus) in. Het maakt daarbij niet uit of u de zetpil met de punt naar voren of met de stompe kant naar voren inbrengt. U kunt de zetpil met een beetje water bevochtigen. Hierdoor kunt u hem wat makkelijker inbrengen.
      Bij kleine kinderen: laat uw kind met opgetrokken knieën op bed liggen. Houd na het inbrengen de billetjes van uw kind even tegen elkaar. De natuurlijke reflex om de zetpil uit te poepen verdwijnt zodra de zetpil is gesmolten (na ongeveer één minuut). Zie ook het instructiefilmpje 'Toedienen van zetpil of klysma'.
    • Injectie: een arts of verpleegkundige geeft de injectie.

    Wanneer?

    Laat uw kind dit medicijn innemen tijdens de maaltijd of met wat voedsel. Dit voorkomt eventuele misselijkheid. Dit geldt voor alle toedieningsvormen, behalve voor de zetpillen en injecties.

    Hoelang?

    Epilepsie
    Uw kind moet dit medicijn waarschijnlijk voor lange tijd gebruiken. Na een paar weken zal de arts met u en uw kind bekijken of het voldoende werkt. Het kan zijn dat de arts de dosering in de tussentijd aanpast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering!

    Manie
    Uw kind kan valproïnezuur gebruiken zolang als nodig is. Werkt het na een paar dagen onvoldoende? Overleg dan met de arts. De arts kan misschien de dosering aanpassen of een ander medicijn voorschrijven.

  • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De meeste bijwerkingen die bekend zijn, zijn gemeld bij volwassenen. Over bijwerkingen bij kinderen is minder bekend dan bij volwassenen. Waarschijnlijk kunnen de bijwerkingen die bij volwassenen gemeld zijn, ook voorkomen bij kinderen. Zie voor deze bijwerkingen en hoe vaak deze voorkomen de informatie over valproïnezuur bij kinderen bij volwassenen.

    • Haaruitval meestal tijdelijk. Heel soms wordt het haar lichter van kleur.

      Het is niet bekend hoe vaak dit voorkomt.

    • Gewichtstoename of gewichtsafname

      Vraag advies aan de arts of diëtist als uw kind te veel aankomt of te veel afvalt. Het is niet bekend hoe vaak dit gebeurt.

    • Verminderde aanmaak van bloedplaatjes

      Hierdoor heeft uw kind een verhoogde kans op bloedingen. Waarschuw de arts bij onverklaarbare blauwe plekken of bloedneuzen. Het is niet bekend hoe vaak dit gebeurt.

    • Ernstige leverbeschadiging. De verschijnselen hiervan zijn verlies van eetlust, lusteloosheid, sloomheid, slap gevoel, soms buikpijn, braken, opgezwollen enkels en voeten, en slaperigheid.

      Waarschuw dan direct een arts. Het is niet bekend hoe vaak dit voorkomt.
      Deze bijwerking ontstaat vooral in de eerste 6 maanden van gebruik, bij kinderen jonger dan 3 jaar, bij combinatie met andere epilepsiemedicijnen en bij kinderen met een geestelijke handicap. Ook kinderen met bepaalde stofwisselingsziekten hebben hier meer kans op. Kinderen met een verminderde leverwerking mogen dit medicijn niet gebruiken. Ook kinderen die eerder leverafwijkingen door valproïnezuur hebben gekregen, mogen dit medicijn niet gebruiken.

    • Psychische klachten zoals agressie en irritatie. Of moeite om lang de aandacht ergens op te richten en onrust. Of problemen met leren en begrijpen.

      Zeer zelden zelfmoordgedachten. Overleg met uw arts als uw kind psychische klachten krijgt. Het is niet bekend hoe vaak dit voorkomt.

    • Bedplassen

      Deze bijwerking komt zeer zelden voor.


    Heeft uw kind last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

  • Valproïnezuur is voor kinderen te krijgen in:

    • tabletten;
    • capsules;
    • korrels (granulaat);
    • drank;
    • zetpillen;
    • injecties.
  • Meer informatie over dit medicijn vindt u bij valproïnezuur bij volwassenen. In deze tekst vindt u onder andere informatie over:

    • wat u moet doen als een dosis is vergeten;
    • of het mogelijk is om zomaar met dit medicijn te stoppen;
    • of het medicijn samen mag met andere medicijnen.

    Voor deze onderwerpen is de informatie voor kinderen en volwassenen hetzelfde, of is er geen specifieke informatie voor kinderen bekend.

  • Valproïnezuur heeft invloed op het overdragen van informatie via zenuwen in de hersenen. Het wordt gebruikt bij verschillende ziektes.

    Artsen schrijven valproïnezuur voor bij kinderen met:

    • epilepsie;
    • manie;
    • migraine
  • In de bijsluiter kunt u terugvinden dat valproinezuur wordt gebruikt bij:

    • kinderen met epilepsie.

    Valproïnezuur is bij deze ziekte officieel geregistreerd. Registratie betekent dat de fabrikant valproïnezuur bij kinderen uitgebreid heeft onderzocht. Uit het onderzoek van de fabrikant blijkt dat het bij kinderen werkt en veilig is. De overheid heeft vervolgens goedgekeurd dat het medicijn verkrijgbaar is. En dat kinderen het mogen gebruiken.

    Artsen schrijven valproïnezuur soms ook voor bij:

    • kinderen vanaf 12 jaar met manie. Dit is wanneer uw kind te veel energie heeft. En het daardoor bijvoorbeeld niet genoeg slaapt. Dit hoort bij de ziekte bipolaire stoornis.
    • kinderen met 5 jaar met migraine.

    Deze ziekte staat niet voor kinderen in de bijsluiter. Maar ook in dit geval werkt valproïnezuur. Daarom schrijft de kinderpsychiater valproïnezuur soms ook voor bij kinderen met deze ziekte. Dit heet off-label-gebruik.

  • Valproïnezuur heeft invloed op het overdragen van informatie via zenuwen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren.

    • Epilepsie: valproïnezuur helpt aanvallen van epilepsie te voorkomen. Deze aanvallen treden minder vaak op en zijn minder heftig of verdwijnen. Het werkt niet bij iedereen.
    • Manie: valproïnezuur stopt een manische periode. En helpt manische en depressieve periodes te voorkómen bij bipolaire stoornis.
    • Migraine: valproïnezuur maakt de hersenen mogelijk minder gevoelig voor migraine. Het werkt niet bij alle kinderen.
    • Epilepsie: na een aantal weken zal de arts met u en uw kind bekijken of valproïnezuur voldoende werkt.
    • Manie: binnen een paar dagen tot weken zullen de verschijnselen van een manische of depressieve periode minder worden.

  • Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

    Hoe?

    Hieronder leest u hoe uw kind het medicijn het beste kan gebruiken.

    • Capsules: laat uw kind de capsule zonder kauwen innemen met een half glas kraanwater.
      • In plaats van met water kan uw kind sommige capsules ook innemen met ander drinken. Zoals melk, limonade of vruchtensap. Of met zacht eten. Zoals een lepel appelmoes, jam of vruchtenyoghurt. Vraag na bij de apotheker wat de mogelijkheden zijn.
      • Heeft uw kind moeite met het heel doorslikken van een capsule? Bekijk dan het instructiefilmpje 'Slikken van medicijnen'. Hierin kunt u zien hoe uw kind de capsule het beste kan innemen.
      • U mag de capsules openmaken en de korrels aan uw kind geven op een lepel met vla of yoghurt, ook zonder kauwen.
      • Blijft uw kind problemen houden met het innemen van het medicijn? Vraag dan aan de arts of apotheker of er een andere toedieningsvorm is die uw kind gemakkelijker kan innemen.
    • Tabletten: laat uw kind de tablet zonder kauwen innemen met een glas kraanwater. Laat het de tablet niet kapot kauwen.
      • In plaats van met water kan uw kind sommige tabletten ook innemen met ander drinken. Zoals melk, limonade of vruchtensap. Of met zacht eten. Zoals een lepel appelmoes, jam of vruchtenyoghurt. Vraag na bij de apotheker wat de mogelijkheden zijn.
      • Heeft uw kind moeite met het heel doorslikken van een tablet? Bekijk dan het instructiefilmpje 'Slikken van medicijnen'. Hierin kunt u zien hoe uw kind de tablet het beste kan innemen.
      • De tabletten met gereguleerde afgifte ('Chrono') mag u op de breukstreep breken. Uw kind moet de tabletdelen dan wel heel doorslikken. Als uw kind de tablet fijn kauwt of stuk maakt, komt onbedoeld de gehele dosis in één keer vrij uit de tablet. De resten van de tablet komen in de ontlasting. Dit is onschuldig; het medicijn is dan al opgenomen in het lichaam.
      • Blijft uw kind problemen houden met het innemen van het medicijn? Vraag dan aan de arts of apotheker of er een andere toedieningsvorm is die uw kind gemakkelijker kan innemen.
    • Drank: meet de juiste hoeveelheid af in een maatbekertje, maatlepel of doseerspuitje. Laat uw kind dit doorslikken. Laat het nog een beetje kraanwater of limonade nadrinken.
    • Korrels (granulaat): strooi de korrels op een lepel zacht voedsel (yoghurt, appelmoes) of drank (vruchtensap). Zorg ervoor dat het voedsel of de drank niet warm zijn, want dat maakt het medicijn onwerkzaam. Laat uw kind de korrels zonder kauwen innemen. Geef erna een beetje kraanwater.
    • Zetpillen: breng de zetpil in het poepgat (anus) in. Het maakt daarbij niet uit of u de zetpil met de punt naar voren of met de stompe kant naar voren inbrengt. U kunt de zetpil met een beetje water bevochtigen. Hierdoor kunt u hem wat makkelijker inbrengen.
      Bij kleine kinderen: laat uw kind met opgetrokken knieën op bed liggen. Houd na het inbrengen de billetjes van uw kind even tegen elkaar. De natuurlijke reflex om de zetpil uit te poepen verdwijnt zodra de zetpil is gesmolten (na ongeveer één minuut). Zie ook het instructiefilmpje 'Toedienen van zetpil of klysma'.
    • Injectie: een arts of verpleegkundige geeft de injectie.

    Wanneer?

    Laat uw kind dit medicijn innemen tijdens de maaltijd of met wat voedsel. Dit voorkomt eventuele misselijkheid. Dit geldt voor alle toedieningsvormen, behalve voor de zetpillen en injecties.

    Hoelang?

    Epilepsie
    Uw kind moet dit medicijn waarschijnlijk voor lange tijd gebruiken. Na een paar weken zal de arts met u en uw kind bekijken of het voldoende werkt. Het kan zijn dat de arts de dosering in de tussentijd aanpast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering!

    Manie
    Uw kind kan valproïnezuur gebruiken zolang als nodig is. Werkt het na een paar dagen onvoldoende? Overleg dan met de arts. De arts kan misschien de dosering aanpassen of een ander medicijn voorschrijven.

  • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De meeste bijwerkingen die bekend zijn, zijn gemeld bij volwassenen. Over bijwerkingen bij kinderen is minder bekend dan bij volwassenen. Waarschijnlijk kunnen de bijwerkingen die bij volwassenen gemeld zijn, ook voorkomen bij kinderen. Zie voor deze bijwerkingen en hoe vaak deze voorkomen de informatie over valproïnezuur bij kinderen bij volwassenen.

    • Haaruitval meestal tijdelijk. Heel soms wordt het haar lichter van kleur.

      Het is niet bekend hoe vaak dit voorkomt.

    • Gewichtstoename of gewichtsafname

      Vraag advies aan de arts of diëtist als uw kind te veel aankomt of te veel afvalt. Het is niet bekend hoe vaak dit gebeurt.

    • Verminderde aanmaak van bloedplaatjes

      Hierdoor heeft uw kind een verhoogde kans op bloedingen. Waarschuw de arts bij onverklaarbare blauwe plekken of bloedneuzen. Het is niet bekend hoe vaak dit gebeurt.

    • Ernstige leverbeschadiging. De verschijnselen hiervan zijn verlies van eetlust, lusteloosheid, sloomheid, slap gevoel, soms buikpijn, braken, opgezwollen enkels en voeten, en slaperigheid.

      Waarschuw dan direct een arts. Het is niet bekend hoe vaak dit voorkomt.
      Deze bijwerking ontstaat vooral in de eerste 6 maanden van gebruik, bij kinderen jonger dan 3 jaar, bij combinatie met andere epilepsiemedicijnen en bij kinderen met een geestelijke handicap. Ook kinderen met bepaalde stofwisselingsziekten hebben hier meer kans op. Kinderen met een verminderde leverwerking mogen dit medicijn niet gebruiken. Ook kinderen die eerder leverafwijkingen door valproïnezuur hebben gekregen, mogen dit medicijn niet gebruiken.

    • Psychische klachten zoals agressie en irritatie. Of moeite om lang de aandacht ergens op te richten en onrust. Of problemen met leren en begrijpen.

      Zeer zelden zelfmoordgedachten. Overleg met uw arts als uw kind psychische klachten krijgt. Het is niet bekend hoe vaak dit voorkomt.

    • Bedplassen

      Deze bijwerking komt zeer zelden voor.


    Heeft uw kind last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

  • Valproïnezuur is voor kinderen te krijgen in:

    • tabletten;
    • capsules;
    • korrels (granulaat);
    • drank;
    • zetpillen;
    • injecties.
  • Meer informatie over dit medicijn vindt u bij valproïnezuur bij volwassenen. In deze tekst vindt u onder andere informatie over:

    • wat u moet doen als een dosis is vergeten;
    • of het mogelijk is om zomaar met dit medicijn te stoppen;
    • of het medicijn samen mag met andere medicijnen.

    Voor deze onderwerpen is de informatie voor kinderen en volwassenen hetzelfde, of is er geen specifieke informatie voor kinderen bekend.

Sluit de enquête